De eerste helft blijft zoals we die kennen: “de appel valt niet ver van de boom” staat figuurlijk voor het idee dat kinderen qua karakter, gedrag of talenten vaak dicht bij hun ouders of hun opvoeding blijven. De “appel” is hier een metafoor voor het kind en de “boom” voor de familieachtergrond en invloed.
De toevoeging “maar ook de peer niet” wordt letterlijk genomen. Het roept het beeld op van een daadwerkelijke peer die van een perenboom valt en logischerwijs niet ver van die boom terechtkomt.
De humor en de pointe van de spreuk zit ‘m nu in de contrast tussen het figuurlijke en het letterlijke. Het lijkt alsof er een heel diepzinnige vergelijking wordt gemaakt over de invloed van ouders op hun kinderen, om vervolgens af te zakken naar een simpele, feitelijke constatering over een vallende vrucht.
Je zou de spreuk kunnen interpreteren als een licht-ironische relativering van het belang van afkomst. Het lijkt te zeggen: “We maken ons druk over de complexe invloeden van familie op kinderen, maar uiteindelijk is het net zo’n simpele, natuurlijke wetmatigheid als een peer die onder een perenboom valt.”
Het kan ook een subtiele vorm van humor zijn die de nadruk legt op het voor de hand liggende. Alsof iemand een diepe waarheid wil verkondigen, maar eindigt met een triviale observatie.
Kortom, door “appel” figuurlijk en “peer” letterlijk te nemen, verandert de spreuk van een observatie over menselijke eigenschappen naar een komische juxtapositie van een metafoor en een letterlijke gebeurtenis, die mogelijk de complexiteit van de eerste uitspraak relativeert. Lekker speels! 😉
Plök heeft vele fruitige spreuken op tegels geschreven. Lees ze allemaal!
Klik hier