Sterappel
De Sterappel, een appelras met een rijke historie, vindt zijn oorsprong rond 1830 in het grensgebied van Nederland en België, mogelijk in de buurt van Maastricht, Luik of Sint-Truiden. Deze appel, lokaal ook wel bekend als Sterreinette of Binnenrode, heeft een bijzondere plek verworven in de Nederlandse en Belgische fruitteelt. De vrucht zelf is klein en opvallend rood, gespikkeld met grijze stippen, en kenmerkt zich door een uniek aroma. Bij het doorsnijden onthult de appel een stervormig klokhuis, waaraan hij zijn naam ontleent. Het vruchtvlees is rozig wit en biedt een aangename balans tussen zoete en zure smaken. De Sterappel is niet zelfbestuivend, wat betekent dat hij voor een goede oogst afhankelijk is van andere appelrassen in de buurt. In de Lintjesweg kan je deze appelsoort vinden.
Boomvorm
De Sterappelboom kenmerkt zich door een matige tot sterke groei, waarbij de boom van nature een brede, ronde kroon ontwikkelt. Historisch gezien werd deze appelboom vaak als hoogstam geteeld.
In het voorjaar tooit de Sterappelboom zich met witte tot lichtroze bloesem, wat een prachtig gezicht is.
Hier vind je de sterappel
In de weide aan de Lintjesweg in Munstergeleen
De Sterappel in de keuken
- De Sterappel is uitermate geschikt voor het maken van appeltaarten en appelmoes. Zijn stevige structuur zorgt ervoor dat hij zijn vorm goed behoudt tijdens het bakken.
- Ook voor het maken van appelsap is de Sterappel een goede keuze. De combinatie van zoet en zuur geeft een heerlijk fris sap.
- In sommige regionale keukens, zoals in Limburg, wordt de Sterappel gebruikt in hartige gerechten, bijvoorbeeld in combinatie met bloedworst, balkebrij (balkebrie of poetes)
- De appel kan ook in schijfjes gebakken worden in boter met suiker en kaneel.